“Door toenemend toerisme verandert het winkel- en horeca aanbod in de Amsterdamse binnenstad steeds meer in een monocultuur van laagwaardige, uitsluitend op bezoekers gerichte ondernemingen.”
Wie het Amsterdamse nieuws de afgelopen jaren gevolgd heeft zal ongetwijfeld alarmerende berichten van deze strekking gehoord en gelezen hebben. Er lijkt een breed gedeeld beeld te bestaan dat toerisme veranderingen in consumptielandschappen teweeg brengt die de binnenstad minder aantrekkelijk maken voor Amsterdammers. Toch is die ontwikkeling een stuk minder duidelijk dan hij op het eerste gezicht lijkt, vooral als je wat gedetailleerder kijkt naar ondernemingen, de doelgroepen die ze bedienen en de strategieën die ze gebruiken om op veranderingen van de vraag in te spelen. Deze boodschap wilde ik graag overbrengen met mijn presentatie in het wetenschapscarrousel van het Reinvent Tourism Festival op dinsdag 9 juni. De vraag die daarom centraal stond was: Wat bedoelen we eigenlijk precies wanneer we het hebben over een monocultuur van toeristenwinkels?
Waar winkelt de toerist?
Voor mijn onderzoek naar de effecten van toerisme op winkelgebieden heb ik de afgelopen tijd veel gesproken met ondernemers in de binnenstad. Ik wil graag vanuit hun perspectief begrijpen wat voor veranderingen zij ervaren wanneer toerisme toeneemt en hoe ze daar op inspelen. Tijdens mijn onderzoek ben ik zelf regelmatig verrast. Hoewel ik er naar streef om zo objectief mogelijk naar veranderingen in winkellandschappen te kijken, bleek ik zelf eigenlijk ook wel vooroordelen te hebben over toerisme en winkelgebieden. Ik besloot daarom van de gelegenheid gebruik te maken om wat van de uitkomsten te delen die mij zelf in mijn onderzoek verrast hadden en vooroordelen aan het licht brachten. Zo sprak ik af met de eigenaar van een avondwinkel, omdat ik had verwacht dat het hier om een toeristenwinkel ging. De eigenaar vertelde me echter dat vóór de Coronacrisis zijn publiek voor 60% uit buurtbewoners bestond. Aan de andere kant verwachtte ik van de eigenaren van een dierenwinkel dat er vooral buurtbewoners zouden komen, maar hoorde ik dat er juist ook veel door toeristen gewinkeld wordt die op zoek zijn naar souvenirs voor de hond of kat die thuis achterblijft.
Hoe passen ondernemers zich aan de toerist aan?
Naast de doelgroepen van verschillende winkels en horeca, werd ik verrast door bevindingen over de manieren waarop ondernemers zich aanpassen aan een groeiend aantal toeristen in de straat en de afwegingen die zij daarbij maken. Samenvattend vond ik vooral dat er op veel verschillende manieren wordt gereageerd op toenemend toerisme. In de meeste gevallen valt dit niet te beschrijven als standaardisering of bezuinigingen op kwaliteit. Vaak wordt er een extra product in het aanbod opgenomen, of veranderen de verhoudingen. Zo vertelde de eigenaar van een kledingwinkel dat zij wat meer sjaals en mutsen is gaan inslaan, omdat dit beter aansluit bij de vraag van bezoekers, en is de banketbakker wat minder tompoucen en meer brownies gaan verkopen. Kwaliteit blijft echter hoog in het vaandel voor veel ondernemers, juist omdat toeristen daar om vragen. Onder bewoners ervaart de banketbakker bijvoorbeeld veel concurrentie van supermarkten die ook gebak verkopen, terwijl toeristen juist bereid zijn wat extra te betalen voor een ambachtelijk product en bijzondere ervaring. Wanneer er wel sprake is van een tegenstelling tussen wat toeristen aanspreekt en wat voor bewoners aantrekkelijk is, vinden de meeste ondernemers bovendien hun relatie met de buurt belangrijk genoeg om de bewoner tegemoet te komen waar kan.
Waarom is het belangrijk om hier meer over te weten?
Deze bevindingen nuanceren het beeld van toeristenwinkels, deze ondernemers simpelweg beschrijven als een laagwaardige monocultuur is duidelijk te kort door de bocht. Nu ik wat meer ondernemers in de binnenstad gesproken heb, voelt dit beeld vooral als onterecht en oneerlijk. Daarnaast denk ik dat die negatieve beeldvorming ook schadelijk kan zijn. Ten eerste beperkt het de mogelijkheden die men ziet om het winkelaanbod in de binnenstad voor zowel bewoners als bezoekers aantrekkelijk te houden. Wanneer ondernemers worden gezien als profiteurs die willens en wetens de binnenstad om zeep helpen, wordt er eerder gekozen voor meer repressieve maatregelen, zoals een verbod, of dure maatregelen, zoals aankopen van vastgoed. Dat terwijl er wellicht ook resultaat kan worden behaald door met ondernemers samen te werken en in gesprek te gaan. Ten tweede gaven veel ondernemers aan dat ze last hadden van de negatieve perceptie van winkels en horeca in de binnenstad en repressieve maatregelen tegen toeristenwinkels. Verschillende ondernemers dachten er zelfs over na met hun bedrijf te stoppen of te verhuizen. Het zou zonde zijn als Amsterdam daarmee de gedreven, betrokken, lokale ondernemers zou verliezen die de binnenstad rijk is.
Het onderzoek
Iris Hagemans voert een promotie-onderzoek uit naar deze problematiek in de Amsterdamse binnenstad. Middels het project “Toekomstbestendig evenwicht” draagt de HvA bij aan de ambitieuze beleidsdoelstelling om een beter gebalanceerd winkellandschap te bevorderen. Lees hier alles over haar onderzoek.
Cmihva.nl maakt gebruik van cookies om de website te verbeteren. Door verder te gaan binnen onze site, accepteer je automatisch ons cookiebeleid. Privacyverklaring
Reacties